Beschermd: Kwaliteitskalender | 2024

September | Afstand & nabijheid in de zorg

Toon je als hulpverlener menselijke nabijheid of professionele afstand? Dat is een veelvoorkomend vraagstuk binnen de zorgsector. Je wilt ‘echt’ overkomen, maar ook professioneel blijven en niet te veel betrokken raken bij cliënten.

Wat betekent dit voor jou als professional en hoe kies je een manier die passend is?

Afstand en nabijheid zit hem in de band die je kunt hebben met de cliënt maar ook in de verwachting die je schept bij de cliënt in het uitvoeren van (jouw) taken.

Ga jij bijvoorbeeld wel eens extra voor de cliënt naar de supermarkt ook al hoort dit niet bij jouw taken? Of vraagt de cliënt steeds meer extra taakjes wat eigenlijk niet de bedoeling is.

Maar ook: kom je wel eens extra buiten de vooraf geplande momenten (of in je eigen tijd) bij de cliënt?

Kijk kritisch en reflecteer op je eigen handelen. Kun je dit namelijk voor elke cliënt net zo doen als je iedereen gelijk wilt behandelen of kom je dan in de knoop?

Kom je er niet uit of begin je te twijfelen, bespreek het met je team/leidinggevende.

Hieronder wordt uitgebreider stil gestaan bij alle aspecten van dit thema. Ook zijn er voor je komende teamoverleg vragen verzameld die je in je team kunt inbrengen. werp in gesprek te gaan.

1. Wat betekenen afstand en nabijheid?

Op het eerste gezicht lijkt het helder wat met afstand en nabijheid bedoeld wordt. Nabijheid is de menselijke touch van het werken in de zorg: laten zien dat je mens bent door bijvoorbeeld eigen ervaringen te delen en persoonlijke gesprekken te voeren met cliënten. Aan de andere kant is er afstand, want je wilt niet persoonlijk betrokken raken bij de situatie van een cliënt. Je moet duidelijk zijn over je rol: je biedt zorg en begeleiding in een kwetsbare situatie en hoort ook op die manier te handelen.

Het gaat bij afstand en nabijheid niet zozeer om de afstand, maar meer om de ruimte die je de hulpbehoevende geeft of de ruimte die de ander ervaart.

2. Te dichtbij, te afstandelijk

Wanneer je te weinig afstand hebt tot de cliënt, ervaart de ander te weinig ruimte. Je komt letterlijk te dichtbij. Hieronder wat voorbeelden:

  • Je raakt te betrokken bij de persoon in kwestie.
  • Je wordt te begripvol of te inlevend en je neemt de pijn of het verdriet van de ander over.
  • Je wordt te opdringerig (met goede intenties).
  • Je wordt te behulpzaam en bent niet meer in staat de grenzen te bewaken.
  • Je wordt te loyaal en aardig.
  • Je maakt je te veel zorgen.
  • Je bemoeit je te veel met het leven van de ander.

Dit soort situaties leiden tot een emotionele verstrengeling. Je raakt te betrokken bij een persoon en een weg terug naar een duidelijke verhouding tussen begeleider en of cliënt is onmogelijk. Het gevoel van professionalisme is volledig weg.

Het kan natuurlijk ook andersom. Sommige professionals nemen afstand te letterlijk waardoor de hulpbehoevende zich in de steek gelaten voelt. Dat wil je natuurlijk ook niet hebben. Hieronder weer enkele voorbeeldsituaties:

  • Er is geen tot weinig verbinding tussen jou en je cliënt.
  • De cliënt krijgt het gevoel dat je niet begaan bent met diens lot.
  • Je komt kil, koud, gevoelloos of onverschillig over.

Dit soort situaties zijn het andere uiterste; een uiterste dat leidt tot onzekerheid of twijfel bij de persoon die je juist hoort te ondersteunen.

3. Praten over privéleven

Onderzoeker Alie weerman zegt op vaksite Zorg en Welzijn over privé-onthullingen aan cliënten: ‘Zelfonthulling vind ik heel mooi, daardoor wordt het contact gelijkwaardiger. Maar juist omdat je dat doet, moet je ervoor waken dat het contact met een cliënt niet een vriendschappelijke of een privérelatie wordt. Je moet cliënten de ruimte geven om hun eigen proces aan te gaan, het gaat om het belang van de cliënt. Daar moet je als professional voor opkomen, ook als je bijvoorbeeld ervaringsdeskundige bent.’

De cliënt is niet je praatpaal, je luisterend oor. Ook niet degene die je advies vraagt. Sommige cliënten zie je wekelijks en misschien al meerdere jaren. Wat doe je wanneer de cliënt jou naar je privé leven vraagt? Wat kun je delen? Geld dit voor alle cliënten of is dit voor alle cliënten hetzelfde? Wat deel jij als je terugkomt van vakantie en de cliënt naar je vakantie vraagt?

4. Hoe dan wel? Professionele nabijheid

Irene König werkt als trainer in het sociaal-pedagogisch veld en geeft trainingen in professionele betrokkenheid. Zij noemt een aantal valkuilen voor hulpverleners om je bij al je handelen bewust van te zijn: afhankelijk van de cliënt worden of de cliënt afhankelijk van jou maken door teveel nabijheid, overbetrokkenheid voelen, jezelf als de redder van de cliënt gaan zien (‘het hulpverlenerssyndroom’) en verantwoordelijkheid van hem/haar overnemen. Zij geeft aan Nursing de volgende tips om in gedachten te houden bij alles wat je overweegt te doen of zeggen bij een kwetsbare cliënt:

  • Bedenk: je bent maar een passant, één van de vele zorgverleners die iemand meemaakt in zijn leven.
  • Check de visie van de organisatie: welke gedragsregels zijn er?
  • Wees alert bij een knuffelcultuur en amicaal gedrag: maak dit bespreekbaar in het team. Wat is jullie norm? Wat doet amicaal gedrag met de cliënt in een afhankelijkheidspositie?
  • Vraag jezelf altijd af: wat is het doel van mijn actie/handeling/initiatief/uitspraak?
  • Stuur geen kaartjes vanuit jezelf, maar vanuit de organisatie. Neem geen cadeautjes aan, ook geen eten.
  • Bedenk in het contact: de hoeveelste goed bedoelende professional ben ik?
  • Vermijd contact via social media met cliënten of ex-cliënten.
5. Gedragscode

In veel gevallen zie je dat organisaties binnen de zorg zelf regels opstellen om de afstand en nabijheid te bewaken.
PGVZ hanteert deze Gedragscode.

6. Vragen teamoverleg
  • Geef een voorbeeld van een situatie waarin je je grenzen actief in de gaten hebt gehouden. Waarom was dat nodig?
  • Hoe zorg je ervoor dat je de problemen van de cliënt niet mee naar huis neemt?
  • Heb je je wel eens laten meeslepen door het verhaal of de problematiek van een cliënt?
  • Wat doe je wanneer de cliënt jou naar je privé leven vraagt? Wat kun je delen? Geld dit voor alle cliënten of is dit voor alle cliënten hetzelfde?
  • Heb je wel eens te maken gehad met agressie? Wat heb je gedaan om de situatie te redden?